De Blauwe Stad
De Blauwe Stad is oorspronkelijk een idee van Jan Timmer, architect te Scheemda, en Wim Haasken uit Scheemda, werkzaam bij het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij te Groningen. De overheden in het gebied, in 1991 verenigd in de Stuurgroep Leefbaarheid Oldambt, betrekken het plan bij het zoeken naar mogelijkheden om negatieve ontwikkelingen in het gebied, zoals de hoge werkloosheid, wegtrekkende bevolking en het afnemende voorzieningenniveau een halt toe te roepen. De stuurgroep komt tot de conclusie dat ingrijpende veranderingen noodzakelijk zijn. De Blauwe Stad vormt een belangrijk onderdeel van het ontwikkelingsplan Voor Een Leefbaar Oldambt.
In 1993 wordt het rapport Een Nieuw Hart Voor Het Oldambt, kortweg de Blauwe Stad, door de provincie Groningen ter discussie gesteld. De meningen die naar voren komen tijdens de openbare discussies en de standpunten van de gemeenteraden van Reiderland, Scheemda en Winschoten, alsmede die van de leden van de Provinciale Staten, resulteren in mei 1994 in de oprichting van de Stichting Blauwe Stad. Prof. L. Koopmans wordt benoemd tot voorzitter van deze stichting. Gerard Beukema is secretaris. Voormalig gedeputeerde Roel Vos wordt als directeur aangesteld en Jan Kleine als projectmanager. De stichting heeft de taak om de haalbaarheid van de Blauwe Stad te onderzoeken.
Het eindrapport verschijnt op 21-4-1997 en vermeldt dat op basis van technisch, financieel en juridisch onderzoek realisering van de Blauwe Stad mogelijk is, mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Deze voorwaarden betreffen onder andere de inhoud van het plan, de financiering en de betrokkenheid van de bevolking in het gebied.
De Blauwe Stad is gesitueerd op het zgn. Schiereiland van Winschoten, dat wordt begrensd door de kernen van Winschoten, Beerta, Finsterwolde, Oostwold, Midwolda en Scheemda. In het middendeel van dit gebied, tussen Winschoten in het zuiden en Midwolda-Oostwold in het noorden, bevindt zich het laagst gelegen gedeelte. Hier wordt het grootste deel van het meer gerealiseerd. Het plan voorziet verder in de ontwikkeling van natuurgebieden, bos en aan het meer gelegen woningen. Tevens biedt het ruimte voor toeristische en recreatieve ontwikkelingen. Eind 1997 besluiten de Provinciale Staten van Groningen en de gemeenteraden van Reiderland, Scheemda en Winschoten het Blauwe Stad-plan uit te voeren.
Ontwerpvisie Blauwe Stad mei 1999.
De realisering betekent dat de boeren in het grondgebied van de Blauwe Stad hun huidige grond geheel of gedeeltelijk kwijtraken. Voor de boerengezinnen is de functieverandering van leef-, woon- en werkomgeving een zeer ingrijpend, emotioneel gebeuren. In en nabij het plangebied zijn over een reeks van jaren goed geleide vee-, akkerbouw- en tuinbouwbedrijven tot stand gekomen. Als reactie op de verwezenlijking van de Blauwe Stad heeft de NLTO gevraagd om het inzetten van aanvullend beleid voor de gedupeerde boeren.
De NLTO heeft het College van Gedeputeerde Staten van Groningen verzocht om te starten met de voorbereiding van de Herinrichting met een Administratief Karakter (H.A.K.) voor het grondgebied van de gemeenten Reiderland, Bellingwedde, Menterwolde, Scheemda en Winschoten. Het doel van de H.A.K. is de inzet van vrijwillige kavelruil, met mogelijkheden voor kavelaanvaardingswerken (kavelruil plus) en boerderijverplaatsing in verband met de realisering van de Blauwe Stad. De H.A.K. zal uitsluitend de inzet van aanvullende maatregelen ten behoeve van de landbouw dienen. Het vrijwillige karakter van kavelruil en boerderijverplaatsing is de basis van het project.
De looptijd van de inzet van instrumenten uit de H.A.K. is 5 jaar vanaf het besluit tot uitvoering van de herinrichting. Voor de instrumenten kavelruil, kavelaanvaardingswerken en boerderijverplaatsingen wordt 6 miljoen gulden als rijksaandeel ter beschikking gesteld. De volgende personen zijn op 26-5-1999 voor een periode van vijf jaar benoemd tot lid van de landinrichtingscommissie voor de H.A.K. voor het gebied Oldambt: W.E. Huisman (222, namens de landbouw, voorzitter), mevr. M.A. Keestra-Schipper (namens de gemeenten, plv. voorzitter), H.J.M. Steentjes (namens de landbouw), H.H. ten Have (namens de landbouw), H.S. Thunissen (namens natuur, milieu en landschap).